3 juni 2011 - een hele zware dag

Vanochtend waaide het minder toen ik wakker werd, veelbelovend dus. Want Jeffrey City was ook nog een eind weg. Het was wel heel erg koud bij het vertrek, maar 6 gr C. Vrij kort na het begin kwam ik een man tegen die ook de Transam aan het fietsen was, en dan is het natuurlijk even kletsen met elkaar. Hij bleek John te heten en hij deed de Transam in etappes, hij woonde vlak bij de start in Virginia. Zijn vrouw stond in Lander, mijn einddoel voor morgen, met een Fifth Wheel Camper en zij bracht en haalde hem iedere dag. Hij was vanochtend in Jeffrey City gestart en was ook op weg naar Rawlings, waar ik vandaan kwam.
Onderweg begon het nog wel harder te waaien, maar het was zijwind van links. En wat denken jullie, net als gisteren moest ik na 73 km gefietst te hebben bij Muddy Gap linksaf slaan, nog 36 km te gaan naar Jeffrey City.
En het was zwaar, heel erg zwaar. Niet alleen de tegenwind, maar de beklimmingen, de vrachtwagens met vaak 2 opleggers die voor een zuigende wind zorgden. Ik had op een gegeven moment een afdaling en toen moest ik meetrappen en de snelheid was maar 6 km/uur. Als ik langs een mogelijkheid was gekomen om ergens een bus of zo te pakken, dan had ik het zeker gedaan. Want soms moet je toegeven dat je sommige dingen gewoon niet kunt. En dit begon er flink op te lijken. Ik zat dicht tegen opgeven aan, het was echt ondoenlijk met deze tegenwind.
Ik had al hele stukken gelopen omdat ik er gewoon niet meer tegenop kon. En tegen half 4 stopte er een grote auto voor me en daar kwam John uitstappen. Hij vroeg of hij mij op een of andere manier kon helpen. JA GRAAG, HEEL GRAAG, mijn fiets in de achterbak en meerijden. Het was even inschikken, ondanks de bijzonder grote GMC. We passeerden Jeffrey City en het zal altijd de vraag blijven of het motel daar nog open was. Maar het zag er maar verlaten en luguber uit. Verder naar Lander, mijn rit voor morgen, met als afstand 93 km die ik nu niet hoefde te fietsen. Het was wel heel erg mooi onderweg, dus Janny daar moeten we maar eens naar terug, in een auto of camper.
Bij het inladen van mijn fiets had ik nog een bevestiging van een achtertas kapot getrokken. Ze vonden het geen probleem om me bij een fietsenmaker af te zetten in Lander en daarna naar een motel te brengen. In de bikeshop heb ik voor alle zekerheid nog handschoenen gekocht. De reparatie was gratis, ze vonden het een eer om een Transam-biker te helpen. En daarna brachten ze me ook nog naar het motel, John en Suzie Bunten.
Vandaag heb ik toch nog 101 km gefietst, nog best ver met dat weer. Morgen kan ik alleen maar overnachten in Dubois, een afstand van 115 km met behoorlijke stijging. Maar ik heb geen keus, dus ik ga morgen.